Stapt u over op zonnestroom? Dan kan het zijn dat u uw groepenkast moet vervangen of uitbreiden. De vraag hoeveel zonnepanelen u precies kunt aansluiten op een groep in uw groepenkast is echter niet eenvoudig te beantwoorden. Dat heeft namelijk niet zozeer te maken met het aantal zonnepanelen, maar met het type omvormer dat gebruikt wordt.

Een dergelijke omvormer zet de opgewekte energie van zonnepanelen om in bruikbare stroom. Bij de specificaties van elke omvormer staat aangegeven wat het maximale vermogen is.

Liggen de zonnepanelen op het dak en is de omvormer geplaatst? Dan is het tijd voor de laatste stap van de installatie: het aansluiten van de zonnepanelen op de groepenkast

Als er meer dan twee zonnepanelen (600 Watt) worden geïnstalleerd, is plaatsing op een vrije groep in de meterkast verplicht. Per aardlekschakelaar worden maximaal vier groepen aangesloten. Het is dus mogelijk om de zonnepanelen te installeren in de meterkast op een vrije groep. In de praktijk wordt meestal een aardlekautomaat gebruikt. Dit is een combinatie van een groep en een aardlekschakelaar in één, waarmee een gescheiden systeem wordt gecreëerd. Het voordeel hiervan: mocht er bijvoorbeeld een probleem zijn met de groep voor de zonnepanelen, dan hebben jouw andere apparaten nergens last van.

Om ervoor te zorgen dat de hoofdaansluiting niet wordt overbelast, is het belangrijk dat de zonne-installatie wordt afgezekerd. De stroom van de omvormer bepaalt hoe de zonne-installatie moet worden afgezekerd. Het is belangrijk om te weten welke aansluiting er in de meterkast nodig is. De uitgangsstroom mag namelijk niet hoger zijn dan de gebruikte aardlekautomaat.

Op het moment dat jouw zonnepanelen aangesloten zijn op je meterkast, kan jij je energie gaan opwekken. Het kan zijn dat jij met je zonnepanelen meer stoom opwekt dan dat je uiteindelijk verbruikt. Het is mogelijk om deze energie terug te leveren aan het net, maar je energiemeter moet hier wel geschikt voor zijn.