Categorieën

Categorieën

Categorieën

Hoe kan ik het beste mijn groepenkast samenstellen?

Wil je een geheel nieuwe groepenkast samenstellen? Of ga je je huidige groepenkast uitbreiden of vervangen? Dan dien je bij het samenstellen van de groepenkast onder andere te voldoen aan een aantal wettelijke eisen. Daarnaast kun je kiezen uit tal van extra opties.

  1. Bepaal of je een 1-fasegroepenkast of een 3-fasenaansluiting nodig hebt

Ga je een nieuwe groepenkast samenstellen, dan moet je allereerst een keuze maken tussen een 1-fasegroepenkast en een groepenkast met een 3-fasenaansluiting. De eerstgenoemde is de meest voorkomende en voldoet in principe voor normaal huiselijk gebruik. Ben je echter van plan om apparaten met een hoog vermogen te gaan gebruiken, dan heb je wel een 3-fasengroepenkast nodig. Denk daarbij bijvoorbeeld aan lasapparaten, grotere compressoren, een laadpunt voor een elektrische auto of andere apparaten van meer dan 3.600 Watt.

Controleer de huidige aansluiting

Op de kWh-meter in de meterkast kunt je zien welke aansluiting je momenteel hebt. Staat er 230 V, dan hebt je een 1-faseaansluiting en bij (3 x 220 V) 400 V een 3-fasenaansluiting. Je kunt het type aansluiting overigens ook terugvinden op het jaaroverzicht van jouw energiebedrijf. Daarnaast is het altijd verstandig om een professional te raadplegen.

  1. Bereken hoeveel groepen de groepenkast nodig heeft

Groepenkasten in oudere woningen zijn meestal voorzien van 3 tot 6 groepen, maar bij nieuwbouw zijn 10 tot 12 groepen ook niet vreemd. Dit vanwege het toenemende aantal elektrische apparaten in huis en dus de toenemende vraag naar vermogen. De meeste groepen zijn overigens 16 Ampère en achter elke aardlekschakelaar mogen maximaal 4 groepen geplaatst worden.

Maximale belasting per groep

Ga je een groepenkast samenstellen, tel dan eerst hoeveel lichtpunten en stopcontacten je in huis hebt en verdeel deze over het aantal groepen. Vervolgens kijk je hoeveel vermogen (watt) elk apparaat vraagt; deze informatie kan je vinden op het apparaat zelf.

Daarbij mag het totale vermogen van alle apparaten op een groep niet meer zijn dan de maximale belasting per groep. Deze maximale belasting kan je berekenen door het aantal ampère van een groep (meestal 16 A) te vermenigvuldigen met 230 V.

Belangrijke uitzondering

Bovenstaande regel geldt echter niet altijd. Zo wordt geadviseerd om apparaten die een vermogen hebben van meer dan 2.000 watt, op een aparte groep aan te sluiten. Denk daarbij aan de wasmachine, de wasdroger, vaatwasser, combimagnetron of oven. Houd hier rekening mee bij het samenstellen van je groepenkast.

  1. Kies de standaardcomponenten van de groepenkast

Een hoofdschakelaar is verplicht

Ga je een nieuwe groepenkast samenstellen of een bestaande vervangen? Houd er dan rekening mee dat deze voorzien dient te zijn van een hoofdschakelaar. Dit geldt enerzijds voor woningen waarvan de bouwvergunning na 2005 is afgegeven en anderzijds als je ingrijpende veranderingen aan je huidige elektrotechnische installatie uit gaat voeren.

Minimaal twee aardlekschakelaars

Een aardlekschakelaar is een belangrijk onderdeel van een groepenkast. Deze zorgt er namelijk voor dat de elektrotechnische installatie vroegtijdig uitschakelt bij het ontstaan van zogenaamde lekstroom. Daardoor kunnen onveilige situaties zoals brand voorkomen worden.

Het is dan ook niet voor niets dat een aardlekschakelaar sinds 1975 in nieuwe of gewijzigde installaties verplicht is. Sterker nog: sinds 2005 moeten alle groepen achter minimaal twee aardlekschakelaars verdeeld worden.

Tot slot: je kunt maximaal vier installatieautomaten achter één aardlekschakelaar plaatsen. Wanneer je de groepenkast gaat samenstellen of vervangen, dien je hier rekening mee te houden.

Installatieautomaten

Een installatieautomaat beschermt elektrotechnische installaties tegen schade door te hoge elektrische stromen. Dat kan zijn door kortsluiting of overbelasting. Op dat moment onderbreekt de installatieautomaat het elektrische circuit. Elke groep is minimaal beveiligd met één installatieautomaat, maar voor een fornuisgroep heb je er bijvoorbeeld alweer twee nodig.

Aardlekautomaat

Wil je jouw elektrotechnische installatie nog bedrijfszekerder maken? Dan kun je ook kiezen voor een aardlekautomaat. Dit is in feite een combinatie van een aardlekschakelaar en installatieautomaat in één behuizing.

Het grote voordeel hiervan is dat bij lekstroom alleen de groep waarin de storing plaatsvindt, spanningsloos wordt. Bovendien zie je via de aardlekautomaat eenvoudig in welke groep een storing zit. Het nadeel is wel dat je minder gemakkelijk kunt zien wat de oorzaak van de storing is (kortsluiting of lekstroom).

  1. Kies eventuele aanvullende componenten voor de groepenkast

Fornuisgroep of kookgroep

Ga je elektrisch koken (inductie of keramisch met maximaal 7,3 kW)? Dan heb je een speciale fornuisgroep (2 x 1-fase) of kookgroep (1 x 3-fasen) nodig. De fornuisgroep bestaat uit twee installatieautomaten die als één groep veelal aangesloten worden achter de aardlekschakelaar. De kookgroep daarentegen bestaat uit 3 installatieautomaten die gelijktijdig in of uitschakelen.

Beltransformator

Bij het samenstellen van uw groepenkast, kunt u kiezen voor een ingebouwde beltransformator. Deze heb je nodig voor de deurbel, aangezien deze niet op 230 V kan worden aangesloten, omdat een beltransformator op zwakstroom werkt.

Contactdoos

In de groepenkast kan een stopcontact komen. Hier kun je bijvoorbeeld een modem op aansluiten.